Jaarruimte of reserveringsruimte gebruiken bij pensioentekort?

Home » Blog » Pensioen en lijfrente » Jaarruimte of reserveringsruimte gebruiken bij pensioentekort?

Geplaatst door lamersrozendal in Algemeen op 31 januari 2019

Is het verstandig of fiscaal voordelig om gebruik te maken van de jaarruimte en eventueel de reserveringsruimte voor lijfrente aftrek in de inkomstenbelasting?

 

Als zzp-er bouw je normaal gesproken geen pensioen op naast de wettelijke AOW (en ANW). Je valt namelijk niet onder een verplicht pensioenfonds van een werkgever (behoudens enkele vrije beroepers zoals tandartsen en fysiotherapeuten, die eigen verplichte pensioenfondsen hebben).

De zzp-er is dus aangewezen op andere vormen van pensioenopbouw.

Eén daarvan is de opbouw via een lijfrenteverzekering c.q. bankspaarproducten. Welke hiervan de beste is, daar kunnen wij niet in adviseren. Dat is namelijk niet ons vakgebied. Uiteraard hebben wij wel goede connecties met mensen die dat prima kunnen en een eerlijk advies uitbrengen!

Of het fiscaal aftrekbaar kan en of dat in jouw situatie ook zinvol is, daar kunnen wij natuurlijk wel in adviseren. Uiteraard is dat voor een ieder afhankelijk van zijn of haar persoonlijke situatie en (zeker niet minder belangrijk) persoonlijke wens!

In zijn algemeenheid geldt het volgende:

Je kunt fiscaal aftrekbaar aanvullend pensioen opbouwen als er sprake is van een pensioentekort. Kort gezegd is daarvan sprake als je pensioeninkomen lager is dan 70% van je huidige bruto jaarinkomen. Om te bepalen of je minder dan 70% van je huidige bruto jaarinkomen aan pensioen opbouwt moet je jaarlijks jouw zogenaamde jaarruimte berekenen. Dit kan via een rekenhulp op de site van de belastingdienst.

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/aftrek-en-kortingen/content/hulpmiddel-lijfrentepremie-2016-en-daarna

Als je in voorgaande 7 jaren geen gebruik hebt gemaakt van jouw jaarruimte, dan kun je ook nog gebruik maken van de zogenaamde “reserveringsruimte”, een soort inhaalruimte.

De jaarruimte is dus het verschil tussen wat je daadwerkelijk aan pensioen opbouwt in een jaar en de (maximale) 70% van jouw huidige jaarinkomen.

De meeste zzp-ers bouwen zoals gezegd alleen AOW op. Bij de berekening van de jaarruimte wordt er in de formule rekening gehouden met een vast bedrag aan AOW opbouw. Dit bedrag is ongeveer € 12.000,- per jaar.

Is jouw bruto jaarinkomen lager dan die € 12.000,-, dan heb je dus geen jaarruimte en kun je niet fiscaal aftrekbaar extra inleggen voor jouw pensioen. Het kan wel, maar de inleg is fiscaal niet aftrekbaar en dus fiscaal niet aantrekkelijk.

Bij een bruto jaarinkomen van meer dan € 12.000,- heb je dus wel jaarruimte, tenzij je via jouw werkgever of beroepspensioenfonds ook nog pensioen opbouwt. Doe je dat, dan heeft dat ook invloed op de jaarruimte. Dan heb je de zogenaamde factor A nodig die het pensioenfonds jaarlijks beschikbaar stelt.

Maak je (ook nog) gebruik van de Fiscale Oudedagsreserve (FOR), dan moet je deze opbouw ook nog corrigeren bij de berekening van de jaarruimte.

Kortom: de berekening van de jaarruimte zal voor iedereen verschillend zijn. Maatwerk!

Heb je uiteindelijk berekend dat je jaarruimte en/of reserveringsruimte hebt, dan komt de vraag aan de orde of het fiscaal voordelig is om gebruik te maken van die ruimte en hoeveel. Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig, althans niet in zijn algemeenheid. De uitkomst is namelijk voor iedereen verschillend.

Factoren die daarbij een rol spelen zijn onder andere:

  • De hoogte van het jaarinkomen (ofwel, tegen welk belastingtarief kan ik de lijfrentepremie aftrekken);
  • Hoeveel jaarruimte heb ik (bij een zeer kleine ruimte heeft het weinig zin);
  • Hoeveel pensioen heb ik al opgebouwd (is het genoeg om straks van rond te komen of heb ik andere manieren om dan in mijn inkomen te voorzien, bijvoorbeeld onroerend goed een erfenis of eigen spaargeld);
  • Tegen welk belastingtarief is het pensioen t.z.t. belast en tegen welk tarief kan ik de inleg nu aftrekken? Aftrek tegen nu 37% en belast tegen t.z.t. het dan geldende toptarief van 49,5%;
  • Vanaf 2021 is de lijfrente aftrek in de inkomstenbelasting voor iedereen (dus ongeacht de hoogte van het inkomen) aftrekbaar in de eerste belastingschrijf (dus tegen ongeveer 37%). Wellicht is het voordelig (bij een zeer hoog inkomen in 2019 en 2020) om in 2019 en 2020 een extra lijfrente storting te doen wegens aftrek tegen een hoger belastingtarief. Maatwerk dus!

 

Conclusie:

Wel of niet fiscaal voordelig gebruik maken van de aftrekmogelijkheid voor lijfrente in de inkomstenbelasting is en blijft maatwerk. Daarbij spelen de huidige belastingtarieven voor de aftrek een rol, evenals de tarieven waartegen de uitkeringen t.z.t. belast zijn.

Daarnaast speelt uiteraard de (persoonlijke) wens en noodzaak om (extra) pensioen op te bouwen een grote rol.

Het is fijn om het straks goed te hebben, maar je moet nu ook kunnen leven!!!!

Voor een persoonlijk (fiscaal) advies ben je natuurlijk altijd welkom en we verwijzen je uiteraard ook graag door naar een betrouwbare tussenpersoon voor een lijfrenteverzekering of bankspaarproduct.

Vragen:

Heb je vragen of opmerkingen over bovenstaand artikel? We staan voor je klaar om de vragen te beantwoorden. Neem gerust contact met ons op of laat hieronder een reactie achter. We zullen zo snel mogelijk antwoorden.

 

Wim Rikkert, Register Belastingadviseur, werkzaam bij LamersRozendalBV

Uw dirigent achter de schermen

dirigent