Geplaatst door lamersrozendal in BTW op 11 juli 2017
Met enige regelmaat krijgen wij de vraag voorgelegd of je als dirigent/begeleider van een kinderkoor of jeugdkoor (tot 21 jaar) de onderwijsvrijstelling (omzetbelasting) mag toepassen voor deze werkzaamheden. Ook op diverse social media zie ik de vraag regelmatig voorbij komen. Helaas heeft iedereen er een eigen idee over! En dat is ook wel logisch. Er zijn namelijk zowel argumenten vóór als argumenten tégen de onderwijsvrijstelling in te brengen.
Om hierover wat meer duidelijkheid te krijgen heb ik de vraag in algemene termen voorgelegd aan de Belastingdienst, die mij echter prompt mededeelde dat zij geen vragen beantwoorden die op deze wijze (in algemene termen) worden voorgelegd. Zij geven alleen een specifiek antwoord als een situatie (casus) zodanig wordt voorgelegd, dat in ieder geval bekend is om welke klant het gaat, om welke kwestie het gaat, met daarbij alle relevante feiten en omstandigheden.
Op zich is daar natuurlijk wat voor te zeggen, want, slim als we zijn, zouden we ons in voorkomende situaties kunnen beroepen op de uitspraak van de betreffende inspecteur.
De behandelende inspecteur was echter welwillend om toch een antwoord te formuleren (waarschijnlijk omdat het toch een afwijzing betrof). Het stelt dat de werkzaamheden van een dirigent/begeleider van een (kinder)koor niet vallen onder de onderwijsvrijstelling van artikel 11 lid 1 letter o van de wet op de omzetbelasting.
Hij zegt: “Bij het onderwijs gaat het om het overdragen van kennis en/of het bijbrengen van vaardigheden volgens een bepaalde methodiek. Dat een prestatie een educatief element bevat is niet alleen voldoende om als onderwijs te kunnen worden gekwalificeerd.”
Dit wordt ook bevestigd door de Rechtbank van Breda en het Gerechtshof Den Bosch. In de uitspraken staat te lezen:
“Belanghebbende is dirigent van een aantal orkesten en houdt zich tevens bezig met componeren en arrangeren van muziek. Tijdens een controle door de belastingdienst blijkt dat belanghebbende voor 50 % van zijn activiteiten de vrijstelling van artikel 11, lid 1, letter o claimt. Belanghebbende verdedigt dit door te stellen dat een groot deel van de leden van de amateurorkesten waar hij dirigent van is , jonger zijn dan 21 jaar. Het Hof verwerpt de stellingen van belanghebbende, onder meer met een verwijzing naar het CCP-arrest van het Hof van Justitie van de EG ( 25 februari 1999, C-349/96, onder meer gepubliceerd in VN 1999/15.28), omdat het educatieve element van bijkomende aard is. Dit educatieve element is geen doel op zich, maar een middel om de hoofddienst zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Het Hof is wel van oordeel dat belanghebbende een pleitbaar standpunt huldigt en scheldt de boete kwijt.”
Pas niet klakkeloos de onderwijsvrijstelling toe als je dirigent of begeleider van een koor bent. Je kunt achteraf geconfronteerd met forse naheffingen omzetbelasting plus eventuele boetes.
Wil je zekerheid? Leg dan jouw specifieke casus voor aan de Belastingdienst en vraag hen om vooraf een standpunt in te nemen. Wil je de onderwijsvrijstelling graag toepassen, leg dan in jouw specifieke casus de nadruk op het educatieve element als hoofddoel.
Let op: als de onderwijsvrijstelling van toepassing is, dan kun je ook geen omzetbelasting terugvragen op de kosten die met deze werkzaamheden samenhangen. De onderwijsvrijstelling is dus niet altijd voordelig (wel voor het lid, maar niet voor de dirigent/begeleider). Het blijft dus maatwerk!
Heb je vragen of opmerkingen over bovenstaand artikel? We staan voor je klaar om de vragen te beantwoorden. Neem gerust contact met ons op of laat hieronder een reactie achter. We zullen zo snel mogelijk antwoorden.
Wim Rikkert, Register Belastingadviseur, werkzaam bij LamersRozendalBV
Uw dirigent achter de schermen