Geplaatst door lamersrozendal in Algemeen op 30 november 2015
Veel zelfstandigen willen zich liever niet verdiepen in hun pensioen. Dat is “moeilijk”, “kan later nog wel” of is “veel te duur” opperen ze vaak. Vandaar dat meer dan de helft van de zelfstandigen geen of onvoldoende pensioen opbouwt. Onder de artiesten en musici ligt dit percentage zelfs nog hoger. Dat is een slechte zaak. Pensioen is iets wat je wel goed geregeld moet hebben en waar je niet vroeg genoeg mee kunt beginnen op te bouwen. Liefst voor je 35-ste, maar zeker niet later dan je 45-ste. Anders ontstaat er zo’n groot pensioengat, dat het inderdaad niet meer betaalbaar is.
Waaruit bestaat mijn pensioen? Bouw ik wel (genoeg) pensioen op? Hoe bouw ik mijn pensioen op?
Deze vragen zal ik hieronder proberen in simpele taal te beantwoorden.
Het Nederlandse pensioenstelsel kent 3 pijlers:
In Nederland bouwt iedereen tussen 15 en 65 jaar AOW op. Als je in die periode een aantal jaren in het buitenland gaat wonen en werken, dan bouw je in die jaren geen AOW op. Bij de AOW-gerechtigde leeftijd (65-67 jaar) krijg je dan geen volledige AOW uitkering. De volledige AOW uitkering bedraagt thans circa € 9.500,- bruto per persoon per jaar. Gehuwden krijgen elk een eigen AOW uitkering. Ongehuwden krijgen een hoger bedrag per jaar. Circa € 14.000,- bruto per jaar.
Nederland kent nog een tweede wettelijke pensioenregeling, namelijk de Algemene Nabestaanden Wet (ANW). Op grond van deze wet krijgen nabestaanden van een overledene onder voorwaarden een uitkering (nabestaandenpensioen). De voorwaarden zijn:
Deze uitkering bedraagt circa € 14.700,- bruto per jaar en eindigt op de AOW-gerechtigde leeftijd of als het jongste kind 18 jaar wordt. Heeft de nabestaande zelf inkomsten uit werkzaamheden van meer dan circa € 2.500,- bruto per maand of een andere uitkering van meer dan circa € 1.150 bruto per maand, dan krijgt hij/zij geen ANW uitkering.
Dit verplichte aanvullende pensioen is vooral van toepassing voor werknemers die in loondienst werken. Zij vallen vaak onder een pensioenregeling van de werkgever. Werkgever en werknemer betalen ieder een deel van de pensioenpremie. De hoogte van de pensioenuitkering is afhankelijk van het inkomen, het aantal dienstjaren en de pensioenregeling op zich (elk pensioenfonds kent zijn eigen regels). Artiesten en musici die niet in loondienst werken vallen dus niet onder deze regeling en bouwen dus geen verplicht aanvullend pensioen op.
Daarnaast geldt er voor sommige beroepsgroepen een verplichte deelname aan een beroepspensioenregeling (o.a. Fysiotherapeuten, Huisartsen, Apothekers, zelfstandige schilders etc.)
Iedereen kan naast zijn AOW en verplicht aanvullend pensioen op vrijwillige basis (meer) pensioen opbouwen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een lijfrenteverzekering bij een (pensioen)-verzekeringsmaatschappij of via een bankspaarregeling. Daarnaast kunnen zelfstandige ondernemers gebruik maken van de zogenaamde fiscale oudedagsreserve. Gewoon een spaarpotje aanleggen kan natuurlijk ook!
Directeur groot aandeelhouders kunnen eventueel in hun eigen BV pensioen in eigen beheer regelen.
Voor zelfstandige musici en artiesten zijn dus met name de eerste en de derde pijler relevant.
Soms hebben ze al eerst een paar jaar in loondienst gewerkt en daar al een klein stukje pensioen opgebouwd, maar veelal is dit maar zeer beperkt.
Zoals hiervoor beschreven bouwt dus iedereen AOW op. Werknemers in loondienst bouwen daarnaast vaak pensioen op via de pensioenregeling van hun werkgever. Zelfstandigen kunnen daar geen gebruik van maken en moeten dus hun heil zoeken in de derde pijler, het vrijwillige pensioen.
De AOW is slechts een minimaal pensioen. Wil je na je pensioenleeftijd ook nog een beetje kunnen genieten, dan is het dus verstandig (of zelfs verplicht) om naast de AOW vrijwillig nog een stuk pensioen op te bouwen. Hoeveel? Dat is afhankelijk van ieders persoonlijke behoefte en financiële situatie. Is de hypotheek al afgelost, zijn de kinderen de deur uit, welke overige financiële verplichtingen zijn er na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hoeveel vermogen heb je etc.
Dit kan voor iedereen verschillen en iedereen moet dus voor zichzelf bepalen hoeveel vrijwillig pensioen hij of zij wil opbouwen. Met andere woorden: of je wel of niet genoeg pensioen opbouwt is afhankelijk van je eigen wensen en je eigen financiële situatie.
Iets wat ik hier nog wel graag wil vermelden is het zogenaamde partnerpensioen. Ben je gehuwd of woon je samen? Denk dan ook aan jouw partner. Wat gebeurt er als jouw partner er alleen voor komt te staan? Kan hij/zij zich dan financieel nog redden? Zijn er kinderen? Kunnen die dan nog studeren?
Bij verzekerde pensioenen is het partnerpensioen vaak wel gedekt, maar bij bankspaarproducten ben je afhankelijk van het saldo in het “bankspaarpotje”. Als je pas bent begonnen met banksparen, dan is het potje nog niet erg gevuld. Jouw nabestaanden moeten het dan met dat “potje” doen.
In deze situatie raad ik vaak aan om naast het banksparen een zogenaamde “dalende risicoverzekering” voor het partnerpensioen af te sluiten. Naarmate het spaarpotje meer gevuld raakt, neemt de risicoverzekering af. Laat je hier eens goed over informeren!
Zoals al aangegeven wordt een deel van het pensioen opgebouwd via de wettelijke regeling (AOW en ANW). Daarnaast geldt voor werknemers in loondienst en voor sommige beroepsgroepen een verplichte deelname aan een bedrijfs- of beroepspensioenregeling.
Zelfstandige musici en artiesten hebben geen beroepspensioenregeling. Zij moeten dus op een andere wijze hun wettelijke pensioen aanvullen (vrijwillig pensioen). Dat kan op diverse manieren.
Ik zal op bovenstaande 4 mogelijkheden even kort ingaan. Voor iedereen geldt echter dat het vrijwillige pensioen maatwerk is. Daarom adviseer ik iedereen om een persoonlijk advies uit te laten brengen, toegespitst op de eigen wensen en persoonlijke situatie. Want:
Allemaal vragen die door iedereen anders zullen worden beantwoord en waar dus geen algemeen advies over gegeven kan worden. Jouw wensen en mogelijkheden spelen hierbij een grote rol.
Zelfstandige musici en artiesten kunnen fiscaal voordelig pensioen opbouwen via de oudedagsreserve, voorheen de fiscale oudedagsreserve (FOR). Jaarlijks kan een maximumbedrag (of percentage van de winst) op papier opzij gezet worden voor de oudedagsreserve. Dit komt ten laste van de winst, waardoor daar geen belasting over hoeft te worden betaald. Afrekening met de fiscus vindt plaats als de oudedagsreserve wordt uitgekeerd, of als de onderneming wordt opgeheven.
Risico hierbij is dat het geld niet daadwerkelijk opzij gezet wordt (dus alleen het fiscale voordeel over de aftrekpost wordt genoten) waardoor er op de pensioenleeftijd of bij het beëindigen van de onderneming geen (spaar)potje aanwezig is om het pensioen uit te (laten) keren, laat staan om de belasting te betalen die over de uitkeringen verschuldigd is. Heb je hier vragen over, neem dan gerust even contact op.
Ik raad deze vorm van “pensioensparen” meestal af, tenzij de ondernemer voldoende discipline en financiële middelen heeft om de gereserveerde bedragen ook daadwerkelijk op een aparte spaarrekening opzij te zetten. Doe je dat niet, dan heb je dus een “pensioenreserve” op je balans staan waar nog een fiscale claim op rust, maar waar geen geld voor aanwezig is. Dus een extra probleem in plaats van een stukje extra pensioen.
Lijfrenteregelingen worden bij een verzekeraar afgesloten. Je zet periodiek belastingvrij een bepaald geldbedrag opzij, waarmee je op pensioendatum, of maximaal vijf jaar later, een lijfrente kunt aankopen. Deze keert dan periodiek een bedrag uit ter aanvulling op je AOW. Over de periodieke uitkering moet je belasting betalen.
Een bankspaarregeling is vergelijkbaar met een lijfrenteregeling, alleen wordt de bankspaarregeling bij een bank afgesloten. In het geval van banksparen stort je periodiek geld op een geblokkeerde bankrekening. Op de pensioenleeftijd, of maximaal vijf jaar daarna, koop je dan een lijfrente, waarna je periodiek een bedrag krijgt uitgekeerd. Deze uitkering is belast.
Nadeel van banksparen is dat je geen zogenaamd garantiekapitaal hebt bij vroegtijdig overlijden, waardoor jouw nabestaande alleen kan beschikken over het gespaarde bedrag.
Voordeel van banksparen is dat het saldo op de bankspaarrekening na overlijden van de uitkeringsgerechtigde toekomt aan de nabestaanden. Bij lijfrenteverzekeringen komt dit toe aan de verzekeraar, tenzij er een zogenaamde contraverzekering is afgesloten.
Lastige materie en ook hier geldt: laat je persoonlijk adviseren!
Sinds 15 januari 2015 is het mogelijk om voor jouw pensioen te sparen bij de Stichting ZZP Pensioen. Ik verwijs hierbij graag naar de volgende link voor een duidelijke uitleg:
http://www.zzp-nederland.nl/artikel/zzp-pensioen-uitleg
Nadeel van ZZP Pensioen is dat er geen mogelijkheid bestaat om het overlijdensrisico en/of het arbeidsongeschiktheidsrisico te verzekeren.
Voordeel van ZZP Pensioen is, dat je bij langdurige arbeidsongeschiktheid ook geld mag opnemen om je inkomen tijdens je arbeidsongeschiktheid aan te vullen. Uiteraard zijn de uitkeringen wel belast.
Bij overlijden van de verzekerde (de ZZP-er) voor de pensioenleeftijd volgt er een restitutie van het spaartegoed. Overlijdt de ZZP-er in de uitkeringsfase van het pensioen, dan vererft de pensioenuitkering naar de nabestaande(n).
Wil je gebruik maken van ZZP Pensioen, laat je ook dan van te voren goed informeren over de mogelijkheden, onmogelijkheden, vrijheden en beperkingen van deze vorm van pensioensparen.
Natuurlijk kun je ook gewoon privé gaan sparen of beleggen voor je pensioen. Dan heb je verder niets te maken met fiscale regels en bepaal je zelf wanneer en hoeveel je spaart. Het spaardeel is niet aftrekbaar voor de inkomstenbelasting en het spaarsaldo valt in box 3, dus je betaalt er jaarlijks wel box 3 belasting over. Bovendien kan de verleiding groot zijn om het geld voor andere doeleinden te gebruiken! En is die verleiding wel te weerstaan, dan kan het soms helaas ook pure noodzaak zijn om het spaarpotje aan te spreken. Wees je daar wel goed van bewust.
Hoewel ik weet dat ik in dit artikel slechts summier heb weergegeven wat de mogelijkheden zijn om voor jouw pensioen te sparen, toch hoop ik dat jullie hier een goede indruk hebben gekregen van de mogelijkheden. Individueel is maatwerk noodzakelijk!
Laat jouw nabestaanden niet onverzorgd achter!!
Vragen over pensioen voor zelfstandige musici en artiesten?
Heb je vragen of opmerkingen over het pensioen voor zelfstandigen? We staan voor je klaar om je vragen te beantwoorden. Neem gerust contact met ons op of laat hieronder een reactie achter. We zullen zo snel mogelijk antwoorden.
Wim Rikkert, Register Belastingadviseur, werkzaam bij LamersRozendalBV
P.S. lees ook mijn blog over arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers!